Gepubliceerd op: 06-07-2023

Veel scholen streven (in opdracht of vanuit eigen waarden) naar ‘inclusiever onderwijs’. In de praktijk valt dat echter niet mee. Soms heeft een school wel ervaring met een kleuter met het syndroom van Down.

Met enthousiasme wordt er vaak over verteld. En dan vooral over de start waarin ouders en school er samen voor gingen. In het begin waren er vooral successen en werd gesproken van een win- win (voor kind en groep). In groep 3 ging het vaak al lastiger en een of twee jaar later concludeerde de school ‘dat het kind beter af was op het speciaal onderwijs’; daar had het kind meer aansluiting. Met een scheiding (teleurgesteld, soms zelfs bitter of in goed overleg) tot gevolg.

Reguliere basisscholen zijn redelijk homogeen qua samenstelling en lijken in grote lijn daarom op elkaar. Ze hanteren namelijk bij aanname eenzelfde bandbreedte, die is gebaseerd op intelligentie en op gedrag.

Opvallend daarbij is wel, dat de bandbreedte aan de kant van ‘hoge intelligentie en internaliserend gedrag’ groter is dan aan de kant van ‘lage intelligente en externaliserend gedrag’. En dat zie je op scholen goed terug: dus veel scholen met plus- en weinig met klusklassen, zelden een leerkracht die zich zorgen maakt dat de groep lijdt onder het teruggetrokken gedrag van een kind en vaak een leerkracht die aangeeft dat het agressief gedrag van een kind niet langer acceptabel is.

Maar hoe dan wel? Om inclusiever te worden, zal een team eerst zelf diverser moeten worden. Dus een team met niet alleen PABO’ers maar ook met Social Workers , CALO’ers en psychiatrisch verpleegkundigen bijvoorbeeld. Het zal nieuwe zienswijzen en begeleiding tot resultaat hebben, maar zal de kinderen ook meer rolmodellen bieden.

Voorwaarde is ook dat de leerlingpopulatie diverser wordt. Dus niet één kind met Down of één kind met een lichamelijke beperking, maar tenminste 3 of 4 kinderen zodat het kind zich minder apart zal voelen. Onmogelijk? Dat valt mee; afgelopen periode mocht ik interim-directeur op zo’n school zijn. Ingewikkeld? Best wel, hoewel ik liever van complex spreek. Het vraagt van jou als directeur (of bestuurder) dat je met alle aspecten van het onderwijs en de schoolorganisatie aan de slag gaat. Dus zowel met de teamsamenstelling, het onderwijsaanbod, en het klassenmanagement, maar ook met het samenwerkingsverband, de bekostiging, inspectie én dat je een strategisch netwerk opbouwt.

Mocht je willen sparren neem contact met ons op:

Gerelateerd blog: School voor watjes! - Het Onderwijsbureau BV