Gepubliceerd op: 24-09-2021

Vreemd. Google maar eens op ‘dit kan het onderwijs leren van het bedrijfsleven’ en je krijgt een veelvoud aan artikelen en blogs. Andersom? Vrijwel geen resultaat. Onterecht volgens mij. Daarom in deze blog: vijf belangrijke leerpunten, vanuit het onderwijs, voor het bedrijfsleven.

Eerlijk is eerlijk: zelf spreek ik ook regelmatig over ‘organisatorische principes waar het onderwijs van kan leren’. Na een studie bedrijfskunde en een tijdlang focussen op targets in een commerciële omgeving werk ik nu al bijna zeven jaar als adviseur in het onderwijs; waar ik wervingen begeleid, teams train en scholen help om te bouwen aan een sterke organisatie. Inmiddels ben ik er heilig van overtuigd dat het bedrijfsleven ook heel wat kan leren van het onderwijs.

Zijn er eigenlijk wel verschillen? Vaak gehoord door de jaren heen: een school is geen bedrijf! Maar: veel tegenstellingen lijken toch vooral een kwestie van taal. Het onderwijs is nuchter van aard. Termen als ‘marketing’, ‘stakeholders’ en ‘management’ kan je op een school beter duiden als ‘profilering’, ‘betrokkenen’ en ‘sturing’. Alhoewel? Terminologie als ‘bildung’ en ‘21th century skills’ hoor je dan weer exclusief terug in het onderwijs.

Toch zijn er ook wel degelijk verschillen: dat kan bijna niet anders als bekostiging, het werkveld en de output zo anders zijn ingericht.

Vijf thema’s waarin het onderwijs zich volgens mij onderscheidt

1. Scholen doen niet aan individuele, prestatiegerichte bonussen en kijken verder dan opbrengsten

Gelijke monniken, gelijke kappen. Zelf ben ik fan van de constructie zonder individuele bonussen zoals die nu is ingericht in het onderwijs. Waarom? Uit allerlei onderzoeken van gedragswetenschappers als Dan Ariely is gebleken dat financiële prikkels weinig toevoegen aan intrinsieke motivatie van werknemers. Sterker nog, het kan een organisatie behoorlijk vergiftigen. Het bieden van onderwijs op maat is bij uitstek een teamprestatie: een school draai je met elkaar, waarbij ieders input en expertise nodig is. En wat is eigenlijk een goede prestatie? Een nog hogere uitstroom of dat ene kind dat eindelijk ontdekt dat hij of zij er mag zijn? Durven bedrijven ook zo naar hun output te kijken?

2. Veel scholen zijn extreem klachtgericht bij de intake

Mijn 4-jarige dochter begon onlangs aan haar eerste schooldag in groep één. Voor die tijd was de juf bij ons thuis geweest om kennis te maken, was er een open dag, mocht ze een middag proefdraaien en hebben we als ouders een uitgebreide vragenlijst ingevuld. Op sommige scholen is er ook nog sprake van overdracht vanuit een kinderdagverblijf. Alles om het kind beter te leren kennen en optimaal te begeleiden. ‘Logisch’, denk je misschien, ‘een kind besteedt meer dan 7500 uur aan basisschooltijd’. Maar: hebben werkgevers, zorgaanbieders, kerken en sportclubs niet vergelijkbare, intensieve relaties met hun ‘klanten’? Hoe ziet hun intake eruit?

3. Onderwijsmensen hechten enorm veel waarde aan vakmanschap

‘Poten in de klei’: volgens bijna alle schoolteams, die ik sprak een voorwaarde om als leidinggevende op een school te kunnen werken. Zelf denk ik dat ‘schoolleiders van buiten’ van sterke toegevoegde waarde kunnen zijn, afhankelijk van wat er op een school gevraagd wordt. Maar wat ik prachtig vind om te zien: veel onderwijsmensen zijn echt idolaat van hun vak, doorlopend bezig met het verbeteren van hun kennis en vaardigheden. ‘Het zit nou eenmaal in ons bloed’. Ze kijken met elkaar mee, werken met specialisten en worden gecoacht door een intern begeleider. Zijn wij als adviseurs, coaches en begeleiders ook zo toegewijd met ons vak bezig?

4. Goede scholen hebben scherp zicht op de ‘customer journey’

Veel bedrijven hebben de mond vol van een zogeheten customer journey waarin ze de klant intensief willen volgen. In de praktijk blijft dit vaak beperkt tot een overzichtje met kliks, aankopen en mogelijk een evaluatie of klacht. Steeds meer scholen werken aan doorlopende, gepersonaliseerde leerlijnen waarmee de leerling van begin tot eind optimaal wordt begeleid, ondersteund door ICT. Tussen de verschillende leerjaren en leerkrachten wordt gewerkt aan intensieve overdracht, vastgelegd in onderwijsvolgsystemen en ontwikkelplannen. Ouders hebben toegang tot veel leerling data. Externe partijen worden betrokken om in extra onderwijsbehoeften te voorzien. Een ‘klantreis’ waar heel wat commerciële bedrijven een puntje aan kunnen zuigen!

5. Leerkrachten werken vanuit passie

Een cliché maar waar: onderwijs lijkt voor veel leerkrachten een roeping. Er zijn niet veel doorgroeimogelijkheden, je wordt niet rijk en je krijgt heel wat over je heen van leerlingen en ouders. Toch staan veel leerkrachten van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat klaar voor hun leerlingen. En ja, er zijn een flink aantal vakantieweken. En ja, sommige leerkrachten zijn flink vastgeroest in het systeem. En toch geniet ik bij elk schoolbezoek van de passie waarmee veel leerkrachten hun werk invullen. Die bevlogenheid zou ik ook willen zien als ik een winkel binnenstap, een huisarts bezoek of een nieuw paspoort aanvraag.

Welke leerpunten zie jij? Waar kunnen onderwijs en het bedrijfsleven elkaar versterken?